De voordelen van fixeermiddelen: feit of nog onbewezen? |
|
|
|
|
| 290 sec |
'We ontkennen niet dat biologische fixeermiddelen kansen hebben, maar er is meer kennis nodig'
Sealen, behandelen met siliconenpolymeer met krimpkenmerken, verkleven - er bestaan verschillende methoden om EPR-nesten te fixeren en er zijn reeds meerdere producten op de markt. Hoe effectief en vooral hoe veilig zijn deze methoden, ook wanneer het natuurlijke middelen betreft? Wat weten experts over de fixeermethode en hoe kijken zij tegen dit principe aan?
De curatieve fixeermethode is verre van nieuw. Al vijftien jaar geleden experimenteerden EPR-bestrijders wanneer ze in bomen klommen om handmatig nesten te plukken (op plekken waar de zuiger niet kon komen) met lijmspray voor het fixeren van de buitenste rupsen. Hierdoor konden ze de nesten veilig en in hun geheel lostrekken en in een zakje doen. Bij het Kennisplatform Processierups zijn inmiddels verschillende fixatiemethoden bekend, met middelen variërend van spuitfolie, siliconenpolymeer, lijm, haarlak en gom tot knoflook, ui en havermout.
Sommige fixeermiddelen bevatten milieubelastende componenten of zijn niet toegestaan omdat ze andere soorten schade toebrengen. Andere middelen worden aangeprezen als 100 procent biologisch (afbreekbaar) en milieuvriendelijk, maar er is nog niet onomstotelijk bewezen dat ze de brandharen onschadelijk maken, zodat de gefixeerde nesten veilig kunnen blijven hangen of via de normale afvalstroom kunnen worden afgevoerd.
|
Advies van ministerie
De fixeermethode wordt door het Kennisplatform gezien als laatste redmiddel bij het EPR-beheer (ecologisch beheer, preventief en curatief), wanneer de maximale wegzuigcapaciteit is verbruikt. Het geeft tot nu toe de voorkeur aan curatief wegzuigen, aangezien dit een beproefde methode is. Verder raadt het platform aan het fixeren te laten uitvoeren door getrainde personen die persoonlijke beschermingsmiddelen dragen, in verband met het gezondheidsgevaar van de brandharen. Ook moet het EPR-afval in een speciale afvalstroom worden gebracht. Op plaatsen die slecht bereikbaar zijn voor hoogwerkers, zou fixeren wel een geschikt alternatief kunnen zijn, volgens het Kennisplatform.
|
'De commerciële claims kunnen best waar zijn, maar ik zou het bewijs wel graag willen zien'
| |
|
Wat gebeurt er met toxische brandharen?
Het Kennisplatform Processierups meldt in zijn informatieblad dat bij de fixeermethode de omgang met de toxische en irriterende brandharen centraal hoort te staan. In theorie kunnen deze bij fixeren onschadelijk worden gemaakt: door chemische behandeling, door het nest volledig te sealen en later af te voeren of door het nest te fixeren en onmiddellijke af te voeren. Van sommige middelen wordt geclaimd dat de brandharen er vanzelf door verdwijnen of onschadelijk gemaakt worden door vertering. Tegelijkertijd geeft het Kennisplatform aan dat gedetailleerde en betrouwbare informatie over de werking, effectiviteit en veiligheid van de fixeermethodes ontbreekt, en dat het nog niet wetenschappelijk bewezen is dat de brandharen na fixatie onschadelijk zijn geworden.
| Henry Kuppen |
|
|
Nog geen grootschalige fixatie
Jules Sondeijker is coördinator EPR-beheer voor de gemeente Sittard-Geleen en de samenwerkende gemeenten Maastricht, Eijsden-Margraten, Meerssen, Brunssum, Vaals, Beek, Stein en Heerlen. Naast het smeden van samenwerkingsverbanden op gemeentelijk en regionaal niveau zoekt hij ook internationaal verbinding op het gebied van eikenprocessierupsbeheer. Sinds 2020 is hij een van de deelnemers aan het Europese LIFE-project, waarin vraagstukken rond eikenprocessierupsbeheersing worden onderzocht. Sondeijker ziet nog lang geen grootschalig gebruik van fixeermiddelen. Hij heeft er zelf al wel proeven mee gedaan. 'Sinds 2020 zijn er fixeermiddelen op de markt, maar ze worden alleen maar lokaal gebruikt, in de buurt van leveranciers; er is nog weinig ervaring mee. Bij het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) heb ik meegeholpen aan het opstellen van een informatietabblad over fixeermethoden. In Limburg hebben we verschillende fixeertesten gedaan. We hebben onlangs ontdekt dat je bij het fixeren alle in het nest aanwezige natuurlijke vijanden ook vernietigt, doordat deze methode altijd curatief wordt ingezet. In één geval zagen we dat een nest aan de achterkant helemaal vol zat met lieveheersbeestjes.'
Monitoren bij pilots
Kuppen Boomverzorging was in 1994 de eerste partij in Nederland die aan EPR-overlastbestrijding deed. Henry Kuppen, nu directeur-eigenaar van Terra Nostra, is als internationaal EPR-expert lid van het Kennisplatform Processierups. Refererend aan het geval van de lieveheersbeestjes, zegt hij te hopen dat fixeermiddelen niet schadelijk zijn voor de natuurlijke vijanden zoals sluipvliegen en sluipwespen die in en rond de nesten aanwezig zijn.
Er wordt geen verder onderzoek meer gedaan in Sittard-Geleen, waar Sondeijker boombeheerder is, of in andere gemeenten. 'Ik ben wel van plan om in september dit jaar te gaan monitoren bij pilots van bedrijven. Daarvoor zal ik contact zoeken met de producenten, want wellicht zien we de kansen van deze methode nog te weinig terug in de toepassing. Sommige producenten claimen dat hun middelen afbreken en brandharen onschadelijk maken. Dat zou een kans betekenen, maar er is nog niets wetenschappelijk vastgelegd of op een gecoördineerde wijze gemonitord. We moeten objectieve conclusies kunnen trekken uit een verzameling praktijkvoorbeelden, om een leidraad te kunnen schrijven over hoe en in welk larvestadium de middelen kunnen worden toegepast.'
|
'Fixeren en laten hangen heeft pas meerwaarde als bekend is dat de brandharen versneld verteren of snel opgegeten worden'
| |
|
Praktische meerwaarde
Kuppen vraagt zich af wat het praktische nut van fixeermiddelen is, zonder de bestaande fixeerproducten specifiek te noemen. 'Wat is de meerwaarde van de mechanische fixeeractie, waarbij het nest inclusief fixeermiddel wordt achtergelaten, ten opzichte van de mechanische actie van het wegnemen van het nest? Zeker als je met veel moeite uiteindelijk boven in de boom bij een nest bent gekomen.' Sondeijker noemde in een eerder interview dat er meer rust komt in de beheerplanning, dat de gefixeerde nesten kunnen worden weggezogen op een rustig moment na het hectische seizoen. De directe overlast is weg. Kuppen: 'Dat zou kunnen. Ik weet niet of het financieel dan nog interessant is. Fixeren en laten hangen heeft pas meerwaarde als bekend is dat de brandharen versneld verteren of snel opgegeten worden.'
Wettelijke toelating
Ook wijst Kuppen op het belang van wettelijke toelating. 'De Wet natuurbescherming (Wnb) verbiedt lijm; biociden zijn niet toegestaan op grond van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb). Een biocide is niet een middel dat je in een nevel over een boom aanbrengt. Alle middelen die dienen om organismen onschadelijk te maken of te voorkomen, vallen onder de biociden! Voor de toepassing daarvan is een toelating van het Ctgb nodig. Zijn de fixeerproducten die in de markt verkrijgbaar zijn toegelaten door het Ctgb?'
| Jules Sondeijker |
|
|
Kuppen stimuleert overheden om deel te nemen aan pilots met fixeerproducten, maar waarschuwt ze wel om niet te vroeg op grote schaal met fixeermiddelen aan de slag te gaan. 'Als middelen nog niet door het Ctgb toegelaten zijn en de onschadelijkheid van de gefixeerde brandharen nog niet onomstotelijk bewezen is, is het voor particulieren niet verstandig om ermee aan de slag te gaan. Maar voor overheden, die een voorbeeldfunctie hebben, is het al helemaal uit den boze om ermee te werken.' Het woord 'bestrijden' wordt tegenwoordig amper meer in de mond genomen; meestal wordt er gesproken over 'beheer'. Kuppen: 'Dat staat er los van. Je kunt gaan goochelen met taal, maar het feit blijft dat je bent bezig om een insect te doden', aldus Kuppen.
De tijd zal het leren
Kuppen is een fervent voorstander van een combinatie van beproefde overlastbestrijdingsmethodes. Ook moedigt hij het zoeken naar alternatieven aan. Maar net als Sondeijker vindt hij dat er bij elk alternatief behoefte is aan onderbouwde, onafhankelijke informatie over het de werking, de effectiviteit, de veiligheid en de wettelijke context. Die mist hij nog bij de bestaande fixeerproducten die op de markt zijn. 'De commerciële claims kunnen best waar zijn, maar ik zou het bewijs wel graag willen zien.'
Reactie Rufix
Ivo de Groot van Rufix reageert: 'Laten we vooropstellen dat ik mij kan vinden in het artikel. Er is veel onbekend over fixatie en dat moet worden onderzocht. Daar dragen wij vanuit Rufix graag aan bij. Wij vinden dat fixeren een toegevoegde waarde heeft. Rufix heeft veel onderzoek gedaan en we kunnen het een en ander laten zien wat het middel doet. Het zou opmerkelijk zijn als we dat niet zouden delen. In het artikel wordt gesproken over de toelating bij het Ctgb, dat zijn interessante vraagstukken waar we graag in meedenken. En om in te haken op het wegzuigen: ook als je nesten wegzuigt, dood je uiteindelijke de rupsen en eventueel alle andere aanwezige natuurlijke vijanden van de rupsen in het nest. Welke vervolgens worden verwerkt of verbrand in toestaande vuilverbrandingsinstallaties.'
'Zou het niet moeten zijn: laten we informatie boven water krijgen en zorgen dat het zo goed mogelijk gebeurt? We hebben daar bij Wolterinck al stappen in ondernomen. We zijn MVO niveau 4 gecertificeerd wat kortweg inhoudt: we kijken breder dan ons doel alleen en streven de globale doelstellingen na die de regering heeft ondertekend.'
'We hebben allemaal een commercieel belang; Rufix is niet dé oplossing, maar een middel dat naast andere middelen toegepast kan worden om EPR-overlast een halt toe te roepen. Wij staan ervoor open om kennis te delen en maken graag gebruik van de vraagstelling en oproep die dhr. Kuppen en dhr. Sondeijker doen in het artikel.'
|
LOGIN met je e-mailadres om te reageren. |
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|
|
| |
Fleetexpo
|
woensdag 13 november 2024 t/m donderdag 14 november 2024 |
|
|
|
|
|
|
|