Whatsapp Facebook LinkedIn RSS feed

Veel plannen, maar slechts weinig plaats: gemeenten puzzelen hoe zij papier en praktijk op één lijn krijgen

ARTIKEL
MARKT & ACTUEEL
Facebook Linkedin Whatsapp
Sarah Westenburg, donderdag 11 december 2025
192 sec


Van 3-30-300 naar lokaal maatwerk: hoe gemeenten hun groene ambities praktisch maken

In maart 2025 plantte Zwolle haar eerste 'toekomstboom' - een zwarte tupeloboom in Kamperpoort. Het was meer dan een symbolisch moment: de boom markeerde de start van een nieuw groenhoofdstuk met de 2-22-200-regel als leidraad. Tegelijk werkt Haaksbergen aan een eigen vertaling van de bekende 3-30-300-regel. Twee gemeenten, elk met hun eigen schaal en uitdagingen, maar met dezelfde vraag: hoe breng je groene ambities in de praktijk?


Groennormen zoals de 3-30-300-regel winnen terrein. Ze maken abstracte doelen meetbaar. Dat geeft houvast, zeker in bestuurlijke discussies over schaarse ruimte. Maar de praktijk leert dat die cijfers niet in elke context toepasbaar zijn.

Erik Bakker

Van generieke naar maatwerknormen

Zwolle beschikt over een gedetailleerde bomendatabase waarin niet alleen soorten en leeftijd zijn vastgelegd, maar ook de huidige gemiddelde kroonbedekking: 19%. Op basis van die data formuleerde de gemeente een eigen norm: 2-22-200. Twee toekomstbomen per straat, 22% kroonbedekking en maximaal 200 meter lopen tot een park of plantsoen. Zoals Erik Bakker, contractbeheerder Groen bij de gemeente Zwolle, toelicht, is gekozen voor een realistische groei ten opzichte van de huidige situatie: ambitieus genoeg, maar niet zo ambitieus dat het in de praktijk onhaalbaar wordt.


Ambitie is goed, maar het moet ook realistisch blijven

Lars van der Wal Haaksbergen
Een toekomstboom is een boom waarvoor bewust extra ruimte wordt gereserveerd, zowel boven- als ondergronds, zodat hij minstens 80 jaar oud kan worden. In principe geldt die ambitie voor elke straat, al is er geen harde deadline en kan het nog wel even duren voordat die ambitie overal gerealiseerd is. Maar het vastleggen van die ambitie dwingt Zwolle er in ieder geval toe om bij toekomstige ontwikkelingen na te denken over geschikte locaties en passende soorten, en om zorgvuldig af te wegen of concurrerende ruimteclaims (denk aan de energietransitie en verdichting) wel of geen voorrang moeten krijgen. Ook Haaksbergen wil vanaf 2030 gaan werken met een eigen variant van de 3-30-300-regel, maar die variant moet nog ontwikkeld worden. 'We willen de regel aanpassen aan onze schaal en context, omdat hij niet in elke wijk en kern goed toepasbaar is,' vertelt Lars van der Wal, boom- en groenbeheerder bij de gemeente Haaksbergen. Haaksbergen ligt in het Twentse coulisselandschap, met kleinere kernen en een andere ruimtelijke logica.

De realiteit vraagt om pragmatische keuzes en lokaal maatwerk, want niet alles kan overal

Ambities zijn mooi, maar de uitvoering vraagt om pragmatiek

Ambitie botst regelmatig met realiteit. 'Onze Omgevingsvisie staat vol met ambities, maar we zouden drie keer de oppervlakte van onze stad nodig hebben om die allemaal te verwezenlijken', aldus Bakker. De stad wil verdichten én vergroenen, ruimte bieden aan de energietransitie én aan leefbaarheid. Hoe Zwolle die afweging maakt, is in sommige gevallen uiteindelijk aan de politiek. Feit is dat de beleidsambities blijven groeien, terwijl de beschikbare fysieke ruimte afneemt. Zwolle zoekt het daarom in fasering en prioritering via uitvoeringsprogramma's: stap voor stap de verdere uitvoering vormgeven. Haaksbergen heeft een andere beperking: budget. 'Voor nieuwe aanplant en het realiseren van groeiplaatsen is het budget krap,' vertelt Van der Wal. Bovendien lukt het volgens hem lang niet altijd om bomen op eigen wortels te krijgen, terwijl dat wel een uitgangspunt is. Ambities zijn belangrijk, maar de realiteit vereist pragmatische keuzes en lokaal maatwerk. Niet alles kan overal.


Van papier naar plantgat

De vertaling naar de praktijk gebeurt al, zij het op bescheiden schaal. In Haaksbergen krijgt het groenbeleid, dat formeel nog moet worden vastgesteld, al vorm bij projecten zoals Kempke 2.0, een herontwikkeling van een oude woonwijk. Samen met de woningstichting en bewoners zijn tuinen gekoppeld aan openbaar groen, zijn wadi's en vaste planten aangelegd en vormt een strook bosplantsoen een natuurlijke verbinding tussen de wadi's. In totaal zijn zestig bomen van dertig verschillende soorten geplant. Een project waarin klimaatadaptatie, biodiversiteit en leefbaarheid samenkomen. In Zwolle zijn de beleidsplannen begin 2025 vastgesteld en de eerste toekomstbomen zijn inmiddels aangeplant. De komende jaren zullen uitwijzen hoe de 2-22-200-regel, die op papier is vastgelegd, in de praktijk zal uitpakken.


Monitoring: alleen meten is niet alles weten

Beide gemeenten meten binnen de mogelijkheden die ze hebben bepaalde aspecten van hun bomenbestand. Zwolle heeft als eerste gemeente een PEFC-certificaat voor de bomen buiten het bos. Middels de jaarlijkse audit wordt het Zwolse bomenbeleid op de meeste punten getoetst. Daarnaast houdt Zwolle onder meer cijfers bij over kroonbedekking, boomveiligheid en vocht in groeiplaatsen. In Haaksbergen gaat het - naast de reguliere boomveiligheidsinspecties - vooral om metingen binnen projecten of bij nieuwe aanplant. Een structureel systeem om de voortgang van alle beleidsambities te volgen ontbreekt echter. Daardoor is het lastig om tussentijds bij te sturen of achteraf te verantwoorden wat wel en niet is gelukt. Het opzetten van zo'n monitoringsysteem vraagt tijd en capaciteit, maar vormt een noodzakelijke stap om beleid effectiever te maken.


Groennormen zijn geen doel op zich, maar een richting

Wat dit betekent voor andere gemeenten

Zwolle en Haaksbergen laten zien dat er geen eenduidig recept is voor ambitieus bomenbeleid. Groennormen kunnen richting geven, maar ze zijn geen doel op zich. Hun waarde ligt niet in het voorschrijven van harde getallen, maar in het feit dat ze het groen een stem geven in besluitvorming. Beide gemeenten maken duidelijk dat goed bomenbeleid om pragmatisch vakmanschap vraagt: weten wat lokaal past bij de specifieke omstandigheden, schaal en beschikbare middelen. De interessante vraag is niet of gemeenten de 3-30-300 of vergelijkbare regels volgen, maar hoe ze die (kunnen) vertalen naar hun eigen context. Beter een realistische lokale norm die daadwerkelijk wordt uitgevoerd dan een perfecte norm die op papier blijft steken. De eerste Nyssa sylvatica in Kamperpoort staat er, als tastbaar symbool van een ambitie gericht op groei. Of ze de tachtig jaar gaat halen, zal moeten blijken. Maar één ding is zeker: ambities worden alleen werkelijkheid als we nú beginnen met bestaande bomen zoveel mogelijk behouden en nieuwe bomen planten.


LEES OOK

LOGIN   met je e-mailadres om te reageren.

REACTIES
Er zijn nog geen reacties.

download artikel
tip de redactie

Dit is een premium artikel

Artikelen op de NWST sites zijn gratis en zullen altijd gratis blijven. Voor de meest recente artikelen heb je een account nodig om verder te lezen.

Klik  hier  om te registeren of in te loggen.


Meld je aan voor onze digitale nieuwsbrief.
AGENDA
De Groene Sector Vakbeurs 2026
dinsdag 13 januari 2026
t/m donderdag 15 januari 2026

ONDERDELEN
Archief
Dossiers
Green Industry Profile
Webshop
OVER ONS
Over ons
Duurzaamheid & NWST
Contact
Het team
ADVERTEREN EN ABONNEREN
Fysiek abonnement
Digitaal abonnement
Abonneren nieuwsbrief
Adverteren
Verschijningsdata
MEER
Redactionele spelregels
Algemene voorwaarden
Disclaimer
Privacy
Cookies
ONDERDELEN
OVER ONS
ADVERTEREN EN ABONNEREN
MEER