'Populier en wilg zijn ideale pioniers voor nieuwe bossen' |
|
|
|
Nino Stuivenberg,
donderdag 24 oktober 2019 |
 |
| 69 sec |
Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) adviseert om bij de aanleg van een nieuw bos, naast trager groeiende boomsoorten, snelgroeiende populieren en wilgen te gebruiken. 'Beide pioniers beschikken over heel wat troeven om snel nieuwe bossen op voormalige landbouwgronden te ontwikkelen, die ook waardevolle natuur kunnen opleveren', stelt INBO.
De ontwikkeling van bossen op open terrein is een traag proces: bomen zijn pas na vele tientallen jaren volwassen en de ontwikkeling van een bosbodem gaat nog trager. Maar als we open terrein bebossen, dan kunnen snelgroeiende pioniers zoals populieren en wilgen het proces van bosontwikkeling aanzienlijk versnellen.
Snellere bodemontwikkeling
De belangrijkste troef van wilgen en populieren is hun groeikracht. Zo bereiken aanplantingen van populieren, afhankelijk van de variëteit, al na 20 tot 30 jaar hun maximale groei. Op dat moment neemt het houtvolume jaarlijks met 15 tot 20 m3 per hectare toe. Ter vergelijking: eiken- en beukenbossen bereiken pas na 80 jaar hun maximale groei, die dan jaarlijks 9 tot 12 m3 per hectare bedraagt. De snelle groei zorgt ervoor dat populieren en wilgen in de eerste decennia veel meer strooisel produceren, zodat de bodemontwikkeling ook sneller gaat.
|
De ligging van de aangeplante bossen is een belangrijke randvoorwaarde
| |
|
Mix
Een bijkomend voordeel is dat populieren en wilgen op ruime afstand van elkaar geplant worden, omdat ze veel licht nodig hebben. Hierdoor is het goed mogelijk om trager groeiende boomsoorten die meer schaduw verdragen, zoals bijvoorbeeld eiken of beuken, tussen deze pioniers te planten. Ze groeien er door het gunstige microklimaat zelfs beter dan in het open terrein. Door deze gelaagde opbouw krijg je al snel het uitzicht van een natuurlijk bos. Dat natuurlijke gevoel kan nog versterkt worden door de bomen niet op rijen te planten, maar in een losser verband.
Wel is er nog een belangrijke randvoorwaarde: de ligging van de aangeplante bossen. De biodiversiteit van eeuwenoude bossen verbreidt zich erg traag en over beperkte afstand. Nieuw aangeplante bossen die in verbinding staan met eeuwenoude bossen, hebben daarom de beste kansen om te ontwikkelen tot waardevolle natuur.
Lees hier het volledige advies van INBO.
LOGIN
met je e-mailadres om te reageren.
|
|
|
Er zijn nog geen reacties. |
Tip de redactie
|